2E. Diagnose-typologie
Omdat de diagnose als sleutelbegrip diverse rollen vervult, zijn er verschillende soorten diagnostiek die echter procesmatig sterk op elkaar lijken. Het is zaak z.s.m. de juiste vorm te kiezen.
Hoe doe ik dat?
- U kiest voor een ziektediagnose als het gaat om een objectief vast te stellen stoornis, waarvan de verklaring bekend is ( in termen van pathologie en etiologie)
- U kiest voor een syndroomdiagnose als sprake is van een verzameling verschijnselen die samenhangen (in termen van ziekteleer) zonder dat men het achterliggend mechanisme exact kent
- U kiest voor een symptoomdiagnose als u geen ziekte- of syndroomdiagnose kan stellen. Er is te weinig kennis over deze klacht en dan gebruikt men de klacht als diagnose.
Ook bij psychische en/of sociale problemen kan men het begrip diagnose gebruiken. Vaak gebruikt men echter geen diagnose in strikte zin, maar een (symptoom)classificatiesysteem, zoals de DSM of ICIDH. Het is dan zaak om met de beperkingen hiervan bij het klinisch redeneren expliciet rekening te houden.